Nederlands

Noen. (Ik zweer) bij de pen en wat zij (de menschen) schrijven.

Waarlijk, er is u eene eeuwige belooning gereed gemaakt;

Gij zult zien en de ongeloovigen zullen het zien.

Waarlijk, uw Heer kent hen wel, die zijn pad verlaat, en hij kent hen wel, die op den rechten weg geleid worden.

Zij begeeren, dat gij hen met zachtheid zoudt behandelen, en dan zouden zij u ook met zachtheid behandelen.

Luister niet naar den lasteraar, die met leugens omgaat.

De onmeêdoogende en buitendien van onreine geboorte.

Als hem onze teekenen herinnerd worden, zegt hij: Dit zijn fabelen van de ouden.

Waarlijk, wij hebben de bewoners van Mekka beproefd, zooals wij vroeger de eigenaars van den tuin beproefden, toen zij zwoeren, dat zij de vruchten daarvan des ochtends zouden verzamelen.

En de tuin werd door eene verwoesting van uwen Heer overvallen, terwijl zij sliepen.

En zij riepen elkander, toen zij des morgens opstonden, zeggende:

Daarop gingen zij, terwijl zij elkander toefluisterden:

En zij vertrokken vroeg, met het voorgestelde doel, niets te geven.

(Maar toen zij bevonden dat het hun eigen tuin was), riepen zij uit: Waarlijk, het is ons niet geoorloofd (de vruchten daarvan te plukken).

Zij antwoordden: Geloofd zij onze Heer! Waarlijk, wij waren zondaren.

En zij zeiden: Wee over ons! waarlijk, wij waren zondaren.

Dit is de kastijding van dit leven; maar de kastijding van het volgende leven zal gestrenger zijn. Indien zij het geweten hadden, zouden zij zich in acht genomen hebben.

Zouden wij met de Moslems, even als met de zondaren handelen?

Hebt gij een boek (van den hemel) waarin gij leest.

Of hebt gij eeden ontvangen, die ons op den dag der opstanding zullen binden, dat gij zult genieten wat gij u verbeeldt?

Of hebben zij makkers, die borg voor hen blijven? Laat hen dan hunne makkers toonen, indien zij de waarheid spreken.

Hunne oogen zullen nedergeslagen zijn en zij zullen door de schande worden gevolgd, omdat zij tot de vereering van God werden uitgenoodigd, terwijl zij in zekerheid waren, maar niet wilden hooren.

Ik zal hun een ruimen tijd verleenen; want mijne krijgslist is onfeilbaar.

Zijn de geheimen der toekomst met hen, en schrijven zij die van de tafel van Gods besluiten af?

Had de genade van zijn Heer hem niet bereikt, dan ware hij zeker, met schaamte bedekt, op de naaste kust geworpen geworden.

Er ontbreekt slechts weinig aan, of de ongeloovigen zouden u met hunne arglistige blikken nederwerpen, als zij de vermaning van den Koran hooren; en zij zeggen: Hij is zekerlijk bezeten.